Dag 5 – Maandag 8 augustus 2022

Het is 5 uur in de ochtend als ik wakker word van een soort maaiend geluid buiten. Het lijkt wel of iemand met een bosmaaier buiten aan de gang is. Om vijf uur in de morgen?? Welke idioot bedenkt dit? Oké het is natuurlijk al vroeg warm hier, dus ik snap dat als je zwaar werk moet doen dat je dan liever vroeg begint, maar dit is wel extreem. Dan blijkt ook dat er vannacht ineens geen water meer is in het appartement. Misschien houdt het verband met elkaar? Zijn ze ergens aan het werk om de waterleiding te repareren ofzo? Dan, wat later in de ochtend lijkt ineens het toilet weer vol te lopen. Zou er weer water zijn? Maar na één keer doorspoelen vult hij zich weer niet en komt er ook geen water uit de kraan. Als we naar het ontbijt toe lopen staat Luìs buiten te bellen. Later verontschuldigd hij zich dat er geen water is. Er is iets met de pomp die het water de berg op moet brengen. Er wordt aan gewerkt en de verwachting is dat er vanmiddag weer water is. Gelukkig kopen we hier standaard al flessen water om te drinken, dus redden we het nog wel eventjes zonder.

De auto is inmiddels al aardig stoffig geworden van de weg die van en naar het complex leidt

Na het ontbijt gaan we een route van geocaches doen. Op het kaartje in mijn geocache app heb ik gezien dat er een stuk of twintig caches liggen in een soort park op ongeveer een half uurtje rijden. Het is even de vraag of we deze route met de auto kunnen afleggen of dat het wandelend moet. Als het wandelend moet dan zou het te doen moeten zijn. Ik schat in dat het in totaal een kilometer of vier lopen zal zijn. We stellen Google Maps in op de eerste cache en rijden door één van de karakteristieke dorpjes in de omgeving. Ze doen me denken aan een soort arbeidersdorpen. Allemaal rijtjes met lage kleine huisjes met dikke muren. Vaak alleen één deur en een raam aan de voorzijde. Ik vermoed dat deze dorpen ontstaan zijn vanwege de olijfboomgaarden die hier in de streek veel zijn. Naast de huisjes hebben deze dorpjes bijna allemaal minimaal één kerkje en één café. We naderen de eerste cache en parkeren de auto voor een begraafplaats. Deze is omheind met een hoge muur en de begraafplaats zelf ziet er goed onderhouden uit. Het laatste stuk lopen we naar de ingang van het park. Deze is afgesloten met een groot hek. In de omschrijving van de cache hadden we gelezen dat je dit hek, dat met een kettingslot dicht zit, een stukje open mag duwen en er doorheen mag. Zo kun je in het park wandelen, maar er niet met de auto in. Aan de zijkant staat een groot bord met een soort wijzer erop die van groen via geel en oranje naar rood kan aangeven. De wijzer staat op diep rood. Voor zover wij er uit op kunnen maken geeft deze het risico op natuurbrand aan. Het is hier al weken gortdroog, dus heel begrijpelijk dat deze op dieprood staat. Voor we op vakantie gingen heeft Joke via een speciale website bijgehouden waar in Portugal bosbranden zijn. In heel Europa is het momenteel droog en sommige plaatsen zijn al ontruimd vanwege bosbranden. Ook in Portugal. Maar bij ons in de regio is er nog niets aan de hand gelukkig.

De toegang tot het park met links het bord waarop de wijzer diep in het rood staat

We openen het hek en kruipen onder het kettingslot door naar binnen. Daar gaan we op zoek naar de eerste cache. Deze bevindt zich precies op de rand van de omheining, iets links van het hek. Het is een klein oud blikje, waarschijnlijk een sigarendoosje. We openen het, zetten onze stempel op de cachelog en stoppen hier meteen een trackable in. Een trackable is een soort sleutelhanger met een code erop die geocachers helpen verspreiden. We hadden er nog eentje in onze geocache tas zitten. Vaak hebben deze trackables een opdracht. Ze moeten bijvoorbeeld een bepaald aantal kilometers afleggen of uiteindelijk op een bepaalde plek aankomen. Degene die wij hebben moet veel van de wereld zien. Hij is ooit in Duitsland “uitgezet” en wij vonden hem op de Holterberg. Nu zetten wij hem uit in Portugal. Ik markeer hem, zodat ik een mailtje krijg als iemand hem weer meeneemt. Dat gaat niet altijd goed, omdat niet alle mensen die geocachen weten wat trackables zijn en ze soms meenemen zonder ze te loggen. Het is fijn dat we de eerste cache snel gevonden hebben. We lopen verder naar de volgende, die ongeveer 300 meter verderop moet liggen. Het is deze ochtend wat bewolkt. Dat is eigenlijk wel fijn, want het park is dor en droog met hier en daar een boompje. Echt beschut loop je dus niet en als de zon hier gaat schijnen dan kan deze behoorlijk branden. Dan is vier kilometer lopen best een opgave. Niet per se voor onze benen, maar wel voor onze huid. De volgende cache vinden we ook redelijk snel en zetten dan koers naar de volgende. Die ligt wat meer uit het pad. Tussen de kleine struikjes door banen we ons een weg. Dorre takken laten stekelige vruchtjes los die zich in je kleding vastzetten en vervolgens vervelend prikken. Lotte heeft ze de pijpen van haar korte broek hangen en bij mij prikken ze in mijn enkelsokken. Deze cache is wat lastiger te vinden en te bereiken. Hij zit in een dorre boomtak die op de grond onder een boom ligt. Ik zie hem goed, omdat de deksel er af is en het plastic zakje met inhoud er uit ligt. Nadat we gestempeld en dus gelogd hebben stop ik het zakje weer in de holle tak en druk het dekseltje, waar een stukje boomschors op geplakt zit, weer op de tak. Dan is deze tak bijna niet meer op te merken als een plek waar een cache in zit.

Alsof we nu een vloek over ons afgeroepen hebben door deze cache moeilijker vindbaar te maken lukt het ons niet de volgende cache te vinden. De lokatie is steeds bij een plek waar meer half vergane bomen liggen. Het lijkt wel of hier al een keer een natuurbrand geweest is, want niet alleen zijn de onderste struiken half vergaan, de takken en stronken die we zien liggen lijken ook haast uit elkaar te vallen als je ze aanraakt. Het is niet echt verkoold, maar wel totaal uitgedroogd. We worden een beetje chagrijnig van dat we die caches nu niet meer kunnen vinden. Eigenlijk wil je niet opgeven, maar als je niet goed weet of je goed zoekt dan wordt het minder leuk. Soms staat er nog een hint bij. Bijvoorbeeld “zoek achter de boom” of “op 1,5m hoogte”, dan kun je nog wat wijs worden. Of soms word je wat wijzer als je in de berichten kijkt van mensen die de cache gevonden hebben. Die laten soms ook een beetje een hint achter waardoor je iets beter weet waarnaar je zoekt. Maar hier staat alleen maar Portugese tekst en er is geen hint van degene die de cache gelegd heeft. We geven op en besluiten naar de volgende te gaan. Maar ook die vinden we niet.

Als we verder lopen komen we langs een gebouw waar op de buitenkant Parque Biologico da Cabeca Gorda geschreven staat. De naam van dit park. Er komt een ouder mannetje naar buiten lopen die ons begroet en iets in het Portugees tegen ons zegt. We gebaren dat we dit niet begrijpen, dan maakt hij duidelijk dat hij vraagt of we gaan wandelen. We bevestigen dit en hij groet vriendelijk en maakt een gebaar wat we opvatten als “veel plezier”. Iets verderop staat een soort uitkijktoren. Dat is ook de lokatie van de volgende cache. De lokatie lijkt niet de toren aan te geven, maar een boompje er net voor. Maar wederom vinden we niets. Misschien dan toch op de toren? De toren is gebouwd van steigerbuizen en houten planken. De trappen hebben geen leuningen en echt heel stabiel ziet hij er eigenlijk niet uit. Durven we hier op? Misschien toch doen? Of toch niet? Sarah durft wel. Ze begint aan de klim. Wij kijken beneden toe en ik voel gewoon de hoogtevrees kriebels in mijn bilnaad als ik naar haar kijk. Voorzichtig klimt ze naar boven. Helemaal bovenaan op de hoeken moet ze een flinke stap maken omdat de planken niet helemaal aansluiten. Boven is mooi uitzicht, maar ook geen cache. Lotte en ik willen dan toch ook wel de klim naar boven wagen. We gaan voorzichtig de eerste trap op. Lopen via de planken aan de zijkant naar de volgende trap. Bij de derde trede wiebelt er iets. We geven een kreetje van angst, maar gaan toch verder. Als we dan weer via de plank naar de volgende trap willen gaan kijken we boven ons en zien dat die plank daarboven bij elkaar gehouden wordt door balkjes die doorgebroken zijn. De spijkers komen een beetje los en het ziet er niet vertrouwd uit om daar met mijn volle gewicht overheen te lopen. We vragen Sarah om terug te komen, want deze toren vertrouwen we niet. Sarah komt terug en heeft geen idee waar wij ons nou precies druk over maken. We benoemen nogmaals dat die plank er niet stevig uit ziet. “Deze?”, zegt ze terwijl ze even extra hard trapt op de plank. We horen het kraken. “Ja die! Doe niet zo gek!”, roepen we. We komen allemaal weer veilig beneden en gaan zonder de cache te hebben gevonden naar de volgende locatie.

Het gebied is mooi, maar ook enorm droog en dor

Het is een mooi gebied, maar zoals gezegd ook dor. We naderen een hoog hekwerk waar we rechtsaf moeten. Hier lopen we over een klein zandpaadje verder. Af en toe zit er in het hek een gat. Het lijkt of deze er in geknipt is. Precies bij die gaten zitten haaks op het zandpaadje reeënpaadjes. Je ziet ook de poot afdrukken in het zandpad. De reeën springen hier dus door het hek heen. Ondertussen is de zon door de wolken gekomen en warmt het duidelijk op. We smeren ons nog maar een keer in en de tocht begint in elk geval voor de meiden wat te lang te duren. Het helpt natuurlijk ook niet dat we geen caches meer vinden. We besluiten nog wel de route te volgen, maar alleen op de plek van de cache even snel te kijken en als we hem niet snel vinden meteen door te lopen. Ergens hebben we het vermoeden dat de caches verdwenen zijn. Misschien wel verbrand bij een natuurbrand? Maar de laatste keer gevonden staat op 28 juli, dat is nog geen twee weken geleden. Maar wij vinden ze niet. Al zoeken we misschien niet naar de juiste dingen. Dan vinden we er toch weer eentje. Een klein medicijnpotje, maar hij ligt helemaal uit elkaar. Alsof er iemand op getrapt heeft of dat er een auto overheen gereden is. We loggen hem en sturen een foto en notitie naar de plaatser van de cache.

We maken de route af en verveeld bij bijna iedere cache die we niet vinden noteer ik kortaf dat we hem niet konden vinden. Ik vind het frustrerend omdat anderen hem wel als gevonden gemarkeerd hebben. We zijn inmiddels ruim over de helft en even later zien we het hek dat toegang geeft tot het park alweer. We dachten hier even een mooie slag te slaan door zo’n twintig caches te kunnen bijschrijven, maar helaas, het zijn er maar vijf geworden. Maar goed, het was wel een mooie route en we hebben weer flink wat stappen op de teller.

Bij het appartement terug gekomen is er inmiddels weer water. Dat is fijn, want we zijn helemaal stoffig en zanderig geworden van onze wandeltocht. Joke’s witte schoenen zijn rozebruin van het stof en onze onderbenen zitten er ook helemaal onder. De rest van de dag vermaken we ons nog lekker bij het zwembad. Deze tocht was toch wat zwaarder dan we gedacht hadden. In het buitenland vergeet ik altijd dat warmte en hoogteverschillen zo hun effect hebben op hoe pittig een wandeltocht is. Vier of 5 kilometer is in Nederland niet zoveel, maar daar klim en daal je niet zoveel als hier. We wilden eigenlijk morgen naar Lissabon, maar besluiten dat een dagje uit te stellen. Eerst morgen maar weer even een relaxte dag bij het zwembad inlassen.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s