Vandaag gaan we een aantal plaatsjes bezoeken uit de route die in het boekje staat dat we van de reisleider hebben gekregen. Er is een autoroute die ongeveer bij Ipsos begint en bij Glyfada eindigt. We willen er een paar dingetjes van bezoeken en dan zelf de route naar Glyfada bepalen, daar lekker op The Golden Beach liggen en daarna, net als in het boekje afsluiten met het bekijken van de zonsondergang in Pelekas, vlakbij Glyfada.
We beginnen onze tour met de zoektocht naar een eeuwenoud dorpje, waar volgens het boekje ‘de tijd stil lijkt te zijn blijven staan’. Vanuit ons gezien volgen we dan een stukje van de route in omgekeerde volgorde, dus het is even zelf puzzelen. Op dat zelfde stukje van de route zou ook een machtige boom in een ander dorpje moeten zijn. We rijden het weggetje af dat door dat dorpje mkomt. Daar zien we de boom inderdaad. Het is een eeuwenoude plataan, Maar heel machtig vinden we hem niet. Een mooie oude boom, maar zo bijzonder dat hij als de machtigste van het eiland bestempeld moet worden vinden we wat overdreven. Vanuit dit dorpje zou een weg naar het eeuwenoude dorpje moeten zijn. Maar we zien het weggetje niet. We denken dat we er misschien voorbij gereden zijn dus draaien we na het dorpje om en rijden nog eens vanuit de andere kant er doorheen. Nu komen we het dorpje zo door, zoals het volgens de route uit het boekje zou moeten. Oke, nu vinden we allebei dat de boom wel wat mooier oogt. We rijden het dorpje weer uit en zoeken een bordje dat naar Episkepsis zal wijzen. Maar nergens is een bordje te zien. We zien wel een bordje dat naar Pantokratoras wijst en volgen die dus maar. Want de andere kant op kwamen we immers vandaan. We komen achter een convooi van quads te zitten. Het lijkt een georganiseerde tour want het zijn er wel een stuk of tien met allemaal een zelfde vlaggetje erop. We slingeren wat heen en weer en Lotte begint weer te klagen over pijn.

Omdat ik het sowieso niet zo’n pretje vind om achter die quads te blijven rijden stop ik even op een zijweggetje. Dan kan Lotte haar buikpijn even laten zakken en kunnen we even wat drinken. Tegelijk rijden de quads dan mooi een stukje verder voor ons uit. Terwijl we stil staan komt een volgende tour voorbij. Ditmaal van kleine jeeps. De voorste jeep is blijkbaar een reisleider die de omgeving goed kent, want hij gebaart ons dat het weggetje waar we op staan zo-zo is. Hij dacht blijkbaar dat wij er met ons Fiat Panda’tje overheen wilden gaan rijden. Als de buikpijn van Lotte wat gezakt is vervolgen we onze weg naar het eeuwenoude dorpje Episkepsis. Door al die tours die voorbij kwamen vermoeden we dat we goed zitten. We slingeren ontzettend naar boven en stijgen binnen afzienbare tijd vele meters met de prachtigste uitzichten. En dan komen we zowel de jeeps als de quads tegen. Ze staan her en der langs de weg en er staan er een aantal in een soort file. Maar dat alles op een weg die dik 10% schuin loopt. Tussen de auto’s door lopen uitgestapte mensen, kortom: één grote chaos. Daar loopt ook die zelfde reisleider weer wild te gebaren. Hij stuurt jeeps door, laat anderen stoppen en gebaard naar ons dat we iets hogerop kunnen keren. Dan beseffen we waar we zijn. We zijn op een doodlopende weg die naar de top van de Pantokrator leidde. De hoogste berg van Corfu. En hier bovenop is een kerkje of kloostertje dat al deze mensen gaan bezoeken. Met veel kunst en vliegwerk weten we tussen alle jeeps, quads en toeristen onze Panda om te keren en weer te beginnen aan de tocht naar beneden. Nog altijd op weg naar het eeuwenoude dorpje.
We slingeren weer de Pantokrator af en belanden weer in het dorp met de oude plataan. Nergens een weggetje tussendoor, zoals dat wel op de kaart staat. Het is op de kaart een geel weggetje, dus het kan best zijn dat het een klein weggetje is. Zien we er daar dan toch één? Er loopt een betonnen weggetje schuin de heuvel op. Zou dat hem zijn? Of gaat deze alleen naar de huizen die hogerop in het dorpje liggen? We besluiten de proef op de som te nemen. Het is een heel smal weggetje dat al snel niet meer van beton is, maar van losse brokkelige stenen. We zetten de auto op een breder stukje even stil en ik loop een stukje verder om te zien of de weg een beetje begaanbaar blijft. Het eerste deel van mijn wandeltochtje is vrij ongelijk, daarna lijkt het iets beter te worden. Maar ik twijfel wel heel erg of dit het bewuste weggetje wel zal zijn. Bovendien kan ik me niet voorstellen dat dit in een routeboekje genoemd zou staan. Maar omdat je op vakantie nou eenmaal ook wat wilt beleven wagen we het erop. Voorzichtig rijd ik het weggetje af en laat de auto rustig zakken. Maar als we na nog een knik de weg nog meer zien verslechteren houd ik het toch voor gezien. Al zit ik nu halverwege het weggetje en zal ik op deze helling achteruit omhoog moeten. Na één keer afslaan lukt het dan toch en keren we even voorzichtig als ik heen ging weer terug.
Via de normale weg rijden we om naar Episkepsis. En dan rijden we eindelijk het dorpje binnen. Was het de moeilijke route waard? Niet direct. Zo heel bijzonder eeuwenoud vinden we het niet. Er zijn wel leuke kleine smalle steegjes waar we even met de meiden doorheen lopen. Uiteindelijk keren we weer terug op de plek waar we de auto neergezet hadden. Bij een klokkentorentje en een kerkje. Er is een soort stenen tribune, waar blijkbaar in de buitenlucht kerkdiensten gehouden worden. Hier gaan we even zitten en eten we brood met kruidenkaas. Het brood hebben we ’s morgens vers bij de bakker gekocht en we hebben een broodplankje en broodmes meegenomen. Joke snijdt wat broodjes en die smikkelen we heerlijk op.

Dan gaat onze route niet meer via het reisboekje, maar gewoon zelf via de kaart naar Glyfada. Hier is The Golden Beach, een prachtig zandstrand waar we negen jaar geleden menig maal vertoefden. Het is nog een aardig stuk rijden, maar zo rond 14:00u komen we er aan. Het is er ontzettend druk. Een overduidelijk verschil dat we nu in het hoogseizoen zijn en toen eind september. Op de parkeerplaats is geen plek meer en dus moeten we een stukje terug naar boven, waar de auto’s langs de weg geparkeerd staan. We pakken onze spulletjes en lopen weer naar beneden. Tussendoor is een doorsteekje langs een restaurant, waar de meiden nog even een plaspauze kunnen houden. Dan lopen we het strand op. Dat is heet in de brandende zon. En daarbij is het strand druk en vol. Bijna alle ligbedden zijn bezet en die liggen ook nog eens rijendik dicht naast elkaar. Op de voorste rij, direct aan de zee is geen plek. Één rijtje verder wel. Daar nemen we plaats en huren voor 8 euro twee bedden en een parasol. Ons bekruipt beiden het gevoel dat we nu al weten dat we hier niet zo enthousiast over zijn als negen jaar geleden. In tegenstelling tot Agios Stefanos is het hier echt heel druk en de zee is veel ruiger en onoverzichtelijker. De meiden kunnen daardoor niet direct aan de waterkant spelen en verder van het water af is het strand gloeiendheet. Lotte houdt dat dan ook al snel voor gezien en gaat met Joke ganzenborden. Sarah speelt wel met het emmertje en schepje, maar doet dat zo wild dat ze compleet onder het zand komt te zitten. Het zit op d’r hele lijf, in d’r gezicht en in d’r haren. Als Lotte een beetje gewend is aan de drukte gaat ze ook meespelen. Dan komt er ook langzaam wat meer rust voor ons. Joke leest een boekje en ik lig rustig wat in de zon. Ik haal later nog even wat te drinken bij een strandtentje en zo kabbelt de middag verder.

Als het bijna vijf uur is gaan we onze spulletjes bij elkaar zoeken en op weg naar een douche, die aan de rand van het strand staat. Daar proberen we de meiden en onszelf zo goed en zo kwaad als het gaat zandvrij te krijgen. Vooral de meiden is lastig, want die hebben het echt overal zitten. Toch lukt het redelijk en kunnen we op weg naar Pelekas. Daar zou je onder het genot van een ondergaande zon een wijntje kunnen drinken. Wij hopen er meer op dat we daar iets kunnen eten.
We stappen weer in de auto en bereiken al snel het dorpje Pelekas. Dat ligt vlak bij Glyfada, maar dan bijna helemaal op de top van een hoge berg. Volgens de route moest je de bordjes Keizers Troon volgen en dan zou je over bijna het hele eiland kunnen kijken. Als we het dorpje in rijden zien we inderdaad een bordje. Maar het lijkt erop dat dit alleen per voet te bereiken is. Dus parkeren we de auto en gaan op pad. Al snel zien we echter dat het toch een gewone weg is en nog aardig naar boven toe door zigzagt. Dus haal ik de auto op en gaan we nog even wat haarspeldbochten over. Dan komen we op de plaats van bestemming met aan de ene kant een restaurant met uitzicht op zee en aan de andere kant een oude muur met een openstaand hek erin. Als je daar doorheen loopt heb je een prachtig uitzicht over Corfu. Er is ook een trappetje waar je nog hoger kunt. Daar bovenop kijk je inderdaad helemaal rondom over het eiland uit. In de verte kun je Corfu stad zien liggen en zie je de vliegtuigen opstijgen van het vliegveld.

Na een tijdje bij het uitzichtpunt gekeken te hebben gaan we naar het restaurant. De eerste rij tafeltjes die uitkijken over de zee en de zonsondergang zijn gereserveerd, maar op de tweede rij is nog plek. We nemen plaats en bekijken de kaart. Voor Sarah en Lotte bestellen we Nouboulos with melon. Nouboulos is een plaatselijke ham. Dus eigenlijk gewoon meloen met ham. Joke en ik nemen een spaghetti bolognese. Na een tijdje komt de serveerster aan met het eten. Voor Joke en mij twee enorme borden met spaghetti. Voor de meiden de ham met meloen. En daarnaast zet ze een klein soort kandelaartje met een rokend goedje, dat nog het meest lijkt op cacao of filterkoffie. ‘It’s for the bees’, zegt de serveerster. En ja, inderdaad, zodra de meloen geroken is verschijnen er wespen. Al lijken deze het niet zozeer op de meloen, als wel op de ham gemunt te hebben. Op een gegeven ogenblik weet zelfs één van de wespen een stukje ham van Sarah’s bord los te krijgen en vliegt er mee weg. De rook helpt gelukkig wel een beetje en daarmee zijn de wespen in ieder geval deels van het bord weg te jagen.

Rond half negen heeft de zon z’n mooiste punt bereikt. Door de bergen kun je hem net niet in de zee zien zakken, maar een mooi plaatje is het zeker. De tafeltjes zijn ook zo gedekt dat je mooi naar de zonsondergang kunt kijken. Er staan weliswaar vier stoeltjes, maar er zijn twee bordjes op gedekt en beide bordjes staan aan één kant van de tafel, zodat je naast elkaar zit. Een heer achter ons toont zich een echte heer en zegt, als hem wordt uitgelegd dat het zo gedekt is ‘because of the view’. Hij wel gewoon tegenover zijn vrouw plaatsneemt: ‘because she’s my view’. Goed gedaan kerel, punten gescoord! .
Als de zon achter de bergen de zee in gezakt is en wij ons tegoed hebben gedaan aan een heerlijk chocoladetaartje gaan we terug naar het appartement. Hoewel de meiden eerst nog aardig aan het kletsen zijn vallen ze dan toch halverwege in slaap. Ze hebben hier alleen een stoelverhoger en dus missen ze hun hoofdsteuntje om lekker te kunnen slapen. Lotte heeft ingenieus haar tod achter haar hoofd gelegd en ligt nog aardig rechtop. Sarah is daarentegen ‘omgevallen’ en ligt dubbelgevouwen in haar stoel. In het huisje worden ze nog even wakker en lees ik ze nog een verhaaltje voor. Dan zijn ze ook snel weer vertrokken en gaan ook wij na een klein beetje lezen lekker slapen. Het was dan ook een enerverende dag vol bijzondere belevenissen.
